Hoe de sjamaan de maan stal – William H. Calvin
Zons- en maansverduisteringen waren voor onze prehistorische voorouders belangrijke en angstaanjagende verschijnselen. De neurobioloog William H. Calvin gaat in Hoe de sjamaan de maan stal op zoek naar het antwoord op de vraag hoe oude volkeren over de hele wereld erin slaagden deze verduisteringen te voorspellen en de mysteries van de hemel te ontraadselen. Zijn speurtocht voert hem onder meer naar Stonehenge, de tempels van Poseidon en Delphi, en naar de ruïnes in het zuidwesten van Amerika: raadselachtige oorden die bezoekers en wetenschappers al eeuwenlang fascineren. Aan de hand van stokken, stenen, bladeren en glinsterende edelstenen maakt Calvin aannemelijk dat wellicht ook de vroege inheemse Amerikanen en de Kelten verduisteringen hebben doorgrond en voorspeld, en de hemelverschijnselen en de wisseling der seizoenen als basis voor hun geloof hebben gebruikt. Verder laat hij zien hoe, nog voordat het schrift werd ontwikkeld, in de rituelen van vroege beschavingen gen protowetenschappelijke kennis kan zijn opgeslagen, hoe de paleolithische mens uit de baan van de zon in de loop der jaargetijden, uit de fasen van de maan en uit de lange schaduwen bij zonsondergang en zonsopgang patronen in de werking van het heelal ontdekte.
Hoe de sjamaan de maan stal is een sprankelende ontdekkingsreis naar de vroegste wetenschappelijke kennis en biedt geheel nieuwe inzichten in de grootse mogelijkheden van de menselijke geest.
William H. Calvin is als neurobioloog verbonden aan de Universiteit van Washington. Hoe de sjamaan de maan stal zal de inspiratiebron vormen voor een nieuwe generatie wetenschappelijke speurders. Calvin neemt je niet alleen mee in dit meeslepende detectiveverhaal, hij stimuleert je ook om mee te doen.
‘Daniel Dennett’
Recensie
De auteur, van beroep neurobioloog aan de universiteit van Washington, heeft zich diepgaand beziggehouden met ‘archeo-astronomie’, in het bijzonder met de vraag hoe onze prehistorische voorouders zons- en maansverduisteringen wisten te voorspellen. Hij deed veel eigen onderzoek, toog naar beroemde plaatsen als Stonehenge, de tempels van Poseidon en Delphi, de ruïnes in zuidwest Amerika etc., waar vroeger mensen leefden met kennis van hemelverschijnselen. Hij probeerde te kijken met de ogen en hulpmiddelen van deze mensen. Hij ontdekte hoe in de rituelen van vroegere beschavingen protowetenschappelijke astronomische kennis is opgeslagen. Een boeiend boek, mede omdat het werk van de auteur op vele fronten zo origineel is, gebaseerd op eigen waarnemingen, nieuwe inzichten geeft, en voor een ieder begrijpelijk is. Een interessant verhaal voor iedereen met interesse in natuurverschijnselen, prehistorie, sterrenkunde, archeologie etc. Geïllustreerd met diverse tekeningen, schetsen en (matige kwaliteit) zwart-witte foto’s.
(Biblion recensie, Dr. E. Zwijnenberg)