Bange helden – Wies Enthoven
Wat er ook gebeurde: ik was niet ziek. Ik wilde niet ziek zijn en er was ook geen enkele medische aanwijzing om mij ziek te noemen. Daarom ging ik naar die psycholoog. Als een mens zich zo beroerd voelde zonder aanwijsbare fysieke oorzaak, dan moest er in mijn hoofd iets mis zijn gegaan. Overspannen misschien. Ik vond het geen leuk idee, overspannen te zijn, maar aan de andere kant had ik dan tenminste een verklaring voor het rare gedrag van mijn lijf. Dan maar overspannen. Daar was toch wel iets aan te doen?
Wies Enthoven was 34, had net een kind gekregen en had een leuke baan. Opeens kreeg ze griep; niks ernstigs, maar het wilde niet overgaan. Paracetamol en antibiotica hielpen niet. Specialisten bogen zich over haar gezondheid, maar ze konden geen enkele aanwijzing vinden waarom Wies zich zo slecht voelde. Van de ene dag op de andere kon ze niet meer voor haar kind zorgen, en niet meer werken. Ze was totaal aangewezen op de hulp en steun van de mensen in haar omgeving. Het enige wat ze kon doen was zoeken, blijven zoeken naar een wondermiddel of een dokter die een verklaring had. Daarbij kwam nog de strijd tegen het ongeloof: is ze echt zo ziek, of is het psychisch?
Zomaar ziek – gelukkig weten de meeste mensen niet wat dat betekent. Om alleen op de wereld te zijn, overgeleverd aan artsen die niet luisteren, omringd door mensen die zelf maar een ding willen: verder leven, niet aan ziekte denken