Taulers weg naar binnen – Peter Huijs
De veertiende-eeuwse Duitse predikheer Johannes Tauler wordt gereken tot de Rijnlandse mystiek. Hij heeft in contact gestaan met alle grote mystieke namen van zijn tijd: meester Eckhart, Heinrich Suso, Jan van Ruus-broeck, en de geheimzinnige Gottesfreund von Oberland.
Toch komt hij uit zijn preken naar voren als een bijzonder praktische leraar, die niet wegzweeft. Hij omschrijft de valkuilen van de mens op weg naar het innerlijke, spirituele leven, het leven van de ziel, en schroomt niet om man en paard te noemen. Tauler houdt ervan om in te gaan op de moeilijkheden van de innerlijke weg. Hij doorgrondt deze valkuilen, en haalt ze met pakkende voorbeelden onderuit. Voor hem had innerlijk weten pas zin als het in praktisch leven kon worden gerealiseerd, en met talloze voorbeelden uit de praktijk maakt hij zijn onderricht aanschouwelijk. Daarbij richt hij voortdurend de aandacht op een zedelijk-religieus leven; want het is niet denken of mediteren dat de innerlijke vernieuwing van de mens nabij brengt, maar een levenshouding die de juiste voorwaarden realiseert en volhoudt.Heel wat van hetgeen Tauler zegt kan de mens van dienst zijn, die aan het begin van de eenentwintigste eeuw zijn Weg naar binnen zoekt. Het persoonlijk verkeren met en het beleven van God, zijn het doel van de weg.
Door praktische werken komt dat naderbij, maar het is niet zo dat de optelsom van geloof en al zijn goede daden de mens goddelijk maakt. Dat is nog zo’n valkuil. Nee; het is uiteindelijk de deemoed, de ware gelatenheid of zelfovergave, het niet mijn, maar Uw wil geschiede. Dan is het God die het bewerkstelligt, het hoe blijft voor ieder verborgen.