Gelijk een mosterdzaad – Gerda Hoekveld-Meijer
De val van Jeruzalem op 2 september 70 zette mensen aan het denken over God, Rome en Jeruzalem – ook Marcus en diens tijdgenoot Flavius Josephus. Terugblikkend hebben zij hun geschiedenis opnieuw geïnterpreteerd. Marcus deed dat vanuit de Septuaginta – de Griekse versie van het Oude Testament – en schreef een novelle over Jezus met daarin drie keer drie schitterende paragrafen over Gods koninkrijk. Deze laten zich lezen als een nogal kritische reflectie op Paulus.
Marcus was de eerste evangelist. Hij had een scherp oog voor de tekortkomingen van zowel het jodendom als het zich ontwikkelende christendom. Hij heeft nagedacht over een vraag die ook in onze tijd speelt: is er in een multiculturele samenleving plaats voor Gods koninkrijk? En zo ja, waar dan en wie leidt dat? In plaats van een naderend eindoordeel waarin Paulus geloofde, introduceerde Marcus het beeld van de ranke mosterdplant. Zó is de ware aard van Gods koninkrijk op aarde: kwetsbaar maar onuitroeibaar en onverenigbaar met de visie van Paulus.
Marcus schreef een gewaagd boek. Paulus zou het hebben gediskwalificeerd. Luther heeft dat daadwerkelijk gedaan; hij kon kennelijk niets met het gegeven dat volgens Marcus in Gods koninkrijk kerk en synagoge synoniemen zijn.