Over de verlichting – Alphons van Dijk
De Boeddha ervoer Verlichting. Zijn ervaring en inzicht veranderde het leven van miljoenen mensen. Zijn leer wil steeds beginnen bij de concrete ervaring van ieder mens. En werd soms toch tot een knellend leersysteem. In Europa beïnvloedde de Verlichting het denken over individu en samenleving en werd tot erflater van de moderne humanistische beweging. Daarin staan de mens en zijn zoektocht naar een waardig leven in de aandacht. Maar in het kader van diezelfde Verlichting werd deze erfenis soms tot een al te normerend systeem.
Lange tijd waren beide verlichtingsbewegingen zonder contact met elkaar, ieder een eigen type van omgang met mens-zijn, een eigen type van Verlichting met zijn glans en zijn beperkingen. Intussen krijgt de erfenis van de Boeddha meer en meer aandacht in het Westen en streeft het humanisme naar mondiale betekenis. Ontmoeting lijkt dan onvermijdelijk. Toch lijken humanistisch geïnspireerde mensen weinig met het boeddhisme op te hebben en ervan te kennen. Het zou te weinig ‘verlicht’ zijn als maatschappelijke beweging. Terwijl boeddhistisch geïnspireerden het humanisme vaak waardevol maar te ‘plat’ vinden. Maar is het proces van verlichting wel het eigendom van een enkele traditie?
Dit boek wil mensen die intense aandacht hebben voor de mens en de sociale en individuele zoektocht van mensen naar een waardig en zinvol leven uitnodigen tot een kennismaking met wat de leer en de geschiedenis van het boeddhisme daarvoor kunnen betekenen. Het presenteert vanuit een kritisch-geëngageerde houding de boodschap van de Boeddha en de geschiedenis van het boeddhisme als een zoektocht naar zinvervulling en wijst vandaaruit op historische beperkingen en mogelijkheden van het humanisme.
Recensie
De auteur, een religiehistoricus en docent aan de Universiteit voor Humanistiek te Utrecht, geeft door middel van een beschrijving van het boeddhisme een kader aan humanisten die zoeken naar een verdieping van hun persoonlijke beleving van humaniteit. Verlichting wordt besproken vanuit het humanistisch kader en vanuit het boeddhistisch perspectief. Vervolgens wordt er vrij uitvoerig ingegaan op de historische ontwikkeling van het boeddhisme, de inhoud en de betekenis van de verschillende voertuigen, de maatschappelijke positie in het verleden en de ontwikkeling van het boeddhisme in Nederland. Als speciaal thema wordt de wederkerigheid van goed en kwaad aan de orde gesteld. Het raakvlak ontstaat hier omdat zowel humanisme als boeddhisme niet uitgaan van een macht die boven en buiten zichzelf zaken bepaalt maar dat het individu zelf verantwoordelijk is voor zijn eigen daden. De stijl waarin het boek geschreven is, maakt het niet heel gemakkelijk leesbaar, maar de inhoud is goed onderbouwd en geeft een nieuwe kijk op het boeddhisme en het humanisme en de verbinding tussen deze twee stromingen.
(Biblion recensie, Janny de Boer)