De eenheid van religieuze idealen – Inayat Khan
Begrip van, en verdraagzaamheid tussen de godsdiensten is in deze tijd belangrijker dan ooit. Het is een voorwaarde om de wereld tot groter vrede en harmonie te brengen. De soefi-mysticus Hazrat Inayat Khan wijst daartoe de weg in dit boek. Hij belicht de innerlijke wijsheid die aan alle godsdiensten ten grondslag ligt. Ook geeft Inayat Khan een inspirerende visie op vele aspecten van het religieuze leven van de mens. Zo behandelt hij o.a. het ‘gods-ideaal’ en de verhouding van de mens tot God. Ook worden de ideeën van de grote godsdienststichters Rama, Krishna, Boeddha, Mozes, Zarathoestra, Jezus en Mohammed en hun onderlinge overeenkomsten uitgebreid besproken.
Hazrat Inayat Khan werd in 1882 in India geboren. Hij ontwikkelde zich tot een internationaal vermaard soefi-meester die in 1910 het soefisme naar het Westen bracht.
Deze bundel lezingen vormt de basis van de Soefi Boodschap van Inayat Khan en wordt nu voor het eerst sinds lange tijd weer uitgegeven in een nieuwe en moderne vertaling.
‘Het is niet door zelfverwerkelijking dat de mens God verwezenlijkt, maar door godverwerkelijking dat hij zichzelf verwezenlijkt.’
Recensie
De auteur (1882-1927), van oorsprong moslim uit India, stichtte in 1910 de moderne ‘Soefi-beweging’. De bedoeling was de universele religie van wijsheid en eenheid, die volgens Khan de basis en het wezen van de grote wereldreligies vormen, met helderheid naar voren te brengen. In dit boek spreekt Khan over het verschijnsel godsdienst, over de mystieke verbondenheid met God, over de hogere werelden, en vooral over de grote godsdienststichters uit het verleden (Boeddha, Jezus e.a.). Bij de bespreking van deze personen wil hij laten zien dat het in principe om dezelfde religieuze motieven en aspecten gaat, in wezen gelijk, doch verschillend geformuleerd. Bedacht moet worden dat de auteur geen godsdienstwetenschappelijke visie op de religies geeft, doch deze beschrijft vanuit zijn overtuiging van wat religie in wezen is. Het boek is belangrijk als een samenvattend werk van de religieus-mystieke visie van Khan en van de moderne Soefi-beweging. Daarbij moeten we het feit dat Khan soms nogal breedsprakig is en moeilijk grijpbaar voor lief nemen.
(Biblion recensie, Dr. R. Kranenborg)