Tranen van de krokodil – Piet Vroon
In deze klassieker Tranen van de krokodil beschrijft Piet Vroon ons doen en laten met behulp van psychologische gegevens en beschouwingen over de manier waarop onze hersenen in historisch perspectief tot stand zijn gekomen. Centraal in dit boek staat de stelling dat evolutie langzaam te werk gaat, maar dat het tempo sterk verhoogt als er een groot probleem in de omgeving rijst. Zo wordt aan de langdurig uitgeteste delen van het zenuwstelsel in korte tijd een nieuw systeem met nieuwe taken en mogelijkheden toegevoegd.
Recensie
Het bestaan van de mens wordt door de bekende hoogleraar functieleer en theoretische psychologie aan de Rijksuniversiteit van Utrecht (1939-1998) geanalyseerd vanuit een combinatie van psychologie, evolutiebiologie en gegevens over de bouw van de hersenen. De auteur onderscheidt drie stel hersenen, namelijk de hersenstam, het zogenaamde limbische systeem en het laatst ontwikkelde deel van de schors van de grote hersenen (neocortex), die globaal een inleiding toestaan in het gedrag van een reptiel, een zoogdier en de mens. De stelling wordt geponeerd, dat de evolutie kleine stapjes zet, maar een sprong maakt als er een groot probleem in de omgeving rijst. Evolutioneel zou bij zo’n sprong een nieuw systeem met nieuwe taken aan de oude bestaande primitieve delen van het zenuwstelsel zijn toegevoegd. In de verschillende niveaus van de hersenen zouden processen verschillende belangen nastreven en slechts matig samenwerken. Het boek is voorzien van enige schematische zwart-wit tekeningen. Het bevat een uitgebreide literatuurlijst. In de tiende druk werd een aantal vooral stilistische wijzigingen aangebracht.
Redactie Biblion