Protestants fundamentalisme – Koert ter Veen
Op een fietstocht met zijn vrouw langs oude Groninger kerken las de schrijver de geschiedenis waardoor Faan zo berucht is geworden. De routebeschrijving van de Stichting Oude Groninger Kerken beschrijft het drama als volgt: ‘In 1731 vond hier een gruwelijk monsterproces plaats, waarbij Rudolf de Mepsche een belangrijke rol vervulde. Een groep mannen uit de streek werd beschuldigd van sodomie, ofwel homoseksualiteit. De aangeklaagden werden door de knechten van De Mepsche vreselijk gemarteld om bekentenissen af te dwingen. Uiteindelijk werden tweeëntwintig mannen schuldig bevonden en opgehangen. Waarschijnlijk is het proces niet eerlijk verlopen, want onder de slachtoffers bevonden zich politieke tegenstanders van De Mepsche.
Deze gebeurtenis intrigeerde de auteur in hoge mate, te meer omdat bij nadere studie bleek dat bij praktisch alle verhalen over Faan sprake is van geschiedvervalsing. Wetenschappers die over het sodomieproces schreven waren zich er onvoldoende van bewust dat Faan de hoofdstad van een fundamentalistische protestantse boerenstaat was. Oosterdeel Langewold was een bijzondere enclave, bij toerbeurt geregeerd door een boer met feodale bevoegdheden. Tot ver in de achttiende eeuw gold daar het Ommelander Landrecht uit 1601, maar ook de mozaïsche wetgeving van honderden jaren voor Christus. Het bijbelboek Leviticus is helder over sodomie: mannen die ‘mannen bekennen met vrouwelijke opliggingen’ verdienen de doodstraf. Ook het op andere wijze verspillen van zaad was volgens Mozes een halsmisdrijf.
De auteur onderbouwt op overtuigende wijze zijn stelling dat de plaatselijke dominee van Byler zijn vriend Rudolf de Mepsche ophitste. Het was de predikant die er voor zorgde dat tweeëntwintig jongens en mannen eerst werden geworgd en daarna verbrand. Dit boek beschrijft een angstaanjagend Nederlands voorbeeld waar religieus fundamentalisme toe kan leiden.