Met de honden mee, ole! – Nynke Klompmaker
Ze hebben vanavond uiensoep gegeten. Oma’s soep. ‘Dat werkt versterkend,’ zei pa, terwijl hij in de enorme pan roerde. Dat was precies wat oma altijd zei. Ineens snuffelt Semmie in de lucht. ‘Jasses. Lig je soms winden te laten?’ `Och…’ mompelt Lis. Ze begint verwoed met haar dekbed te wapperen om de zware lucht naar de andere kant van de kamer te krijgen. Semmie wappert net zo hard terug en roept: ‘Waa! Alle scheten naar bakboord!’ Lis gilt: ‘Alle scheten naar uh, de andere boord — stuurboord!’
De oma van de tweeling Lis en Semmie is overleden. Samen met hun vader, moeder en kleine broertje gaan ze naar Spanje. Ze hopen daar oma’s zus Roos te vinden, die ze nog nooit hebben gezien. In oma’s huis hebben ze alleen een paar ansichtkaarten van haar gevonden met afbeeldingen van honden erop. Zouden die iets te maken hebben met oma’s laatste woorden aan Lis en Semmie: `Ga maar met de honden mee?’ Langzaam maar zeker komt de tweeling erachter waarom oma en Roos ruzie hebben gekregen en waarom ze elkaar zo lang niet meer hebben gezien. Lis en Semmie besluiten nooit meer lang ruzie te maken, want tweeling, dat ben je toch voor altijd?