Jeus van moeder Crisje (deel 2) – Jozef Rulof
De hoogbegaafde mediamieke schrijver Jozef Rulof werd in 1898 in ‘s-Heerenberg, een plaatsje in de Gelderse Achterhoek, geboren voor een grootse taak: de mens ervan te overtuigen dat God liefde is en het leven een eeuwigdurend verdergaan is. Hij werd daartoe ontwikkeld tot helderhorend, heldervoelend, helderziend alsmede genezend, schilderend, sprekend en schrijvend medium.
Van zijn hand verscheen een reeks boeken over de stoffelijke en geestelijke evolutie van de mens. Onderwerpen zoals het ontstaan van het leven, de plaats van de mens in de schepping, het doel van het leven, het leven na de dood en de reïncarnatie worden hierin uitgebreid beschreven.
Op veter verzoek verscheen op het eind van zijn werkzame leven deze autobiografie in drie delen. In deze trilogie: ‘Jeus van Moeder Crisje’ maakt de lezer kennis met het persoonlijk leven en werk van het medium Jozef Rulof. Zijn moeder Crisje gaf hem bij zijn geboorte de roepnaam ‘Jeus’.
Het tweede deel heeft als ondertitel: ‘Jeus onder de mensen’ en de lezer kan hem op de voet volgen in zijn verdere persoonlijke en geestelijke ontwikkeling. Zijn leider Alcar die aan gene zijde in de sferen van licht leeft en die de lezer in het eerste deel als de ‘Lange’ en later als ‘Casje’ heeft leren kennen, gaat verder met de ontwikkeling van zijn ‘instrument’.
Vervolgens krijgt Jeus te aanvaarden dat er naast werken in de maatschappij om vakkennis op te doen, ook in geestelijke zin veel valt te leren. Hij doet mensenkennis op en leert goed te kijken en te luisteren en vóór alles het leven te dienen. Want daarin ligt de grote kracht van de menselijke liefde, die ieder mens eens tot de goddelijke liefde zal voeren. Stap voor stap bouwt Alcar verder aan zijn ontwikkeling om straks als de geestelijke gaven bij hem tot volle werking zijn gekomen, hij de zwaarte daarvan kan dragen.
Op openhartige wijze wordt geschreven over Irma, zijn eerste liefde, aan wie hij zich geheel overgeeft, maar wat op een bittere teleurstelling uitloopt. Gekraakt maar toch gesterkt door een niet aflatend geloof in waarheid en liefde neemt hij afscheid van zijn ouderlijk huis en zijn innig geliefde moeder Crisje en gaat hij naar Den Haag, waar hij verder wordt voorbereid op zijn eigenlijke taak.