Het wonder van Grauw – Theo van de Wetering
Alles in het stadje Grauw is heel erg netjes. De Grauwers, die er wonen, hebben geld en voedsel in overvloed, maar vrolijk zijn ze niet en praten met elkaar, daar denken ze ook niet over: met te veel praatjes kom je nergens. Ze hebben een hekel aan kouwe drukte. Maar nog meer haten ze alles wat er op de wereld groeit en bloeit. Daarom bestaan er in Grauw ook geen tuinen. Totdat… totdat Quirinius, een inwoner van het paradijsachtige Gruun, een naburig dorp, de poes Pientje op zijn schouder zet, zijn koffertje pakt en op reis gaat. Hij is van plan een tijdje in Grauw te gaan wonen. De problemen beginnen echter al, zodra hij de deftige burgemeester ontmoet.
En dan heeft hij nog niet eens kennis gemaakt met mijnheer Sloma, die hem wel een zaag wil lenen om de bomen om te zagen en hem maar een vreemde buurman vindt. Wat zal er gebeuren wanneer Quirinius de tegels rond zijn huis weghaalt en zaden in de grond stopt? Zullen ze hem zijn gang laten gaan?
Recensie
In het stadje Grauw wonen mensen die alles hebben: geld, voedsel, onderdak. Maar vrolijk zijn ze niet en praten met elkaar doen ze ook niet. Ze haten alles wat groeit en bloeit en ze verwijderen alles wat boven de grond komt. Tuinen en parken zijn er taboe. Hun voedsel betrekken ze voor een appel en een ei uit het naburige dorp Gruun. De inwoners hier verzorgen hun moestuinen en werken in de kassen. Een groot deel van de opbrengst gaat naar Grauw. De verandering komt als een inwoner van Gruun in Grauw gaat wonen. De symboliek van dit verhaal is duidelijk. Het Westen dat z’n grondstoffen voor lage prijzen uit de Derde Wereld betrekt en ten onder dreigt te gaan aan verstedelijking, egoïsme, agressiviteit. Op zich is de uitwerking van het idee aardig. Maar het taalgebruik is verre van origineel en de namen van de verschillen personages zijn oubollig. De goede afloop, waarbij een strijdwagen met aan boord de zonnefee vanuit de lucht Grauw verandert in een aards paradijs doet wat gekunsteld aan. Eigenlijk is dit een visioen van de schrijver. In het boek komen geen illustraties voor. Gekleurde omslagillustratie. Vanaf ± 9 jaar.
(Biblion recensie, W. van Es-Kik)