Het licht van feestverstoorders – Martien J.G. de Jong
In talrijke vroegere publicaties heeft Martien J.G. de Jong bewezen dat hij graag speelt met gezichtspunten en standpunten die afwijken van de gangbare. Wat dat betreft, brengt dit nieuwe boek weinig- en juist daardoor veel nieuws voor lezers met belangstelling voor Literatuur en voor de veelomstreden relaties tussen Kunst en Moraal, en tussen Kunst en Psychopathologie.
De Jong levert diepgaand commentaar en onverwachte maar broodnodige informatie bij geschriften van de raadselachtige homodichter Jac. van Hattum en de seksueel geobsedeerde taaltovenaar Gerrit Achterberg. Daarbij brengt hij verrassende betrekkingen aan het licht met de door James Joyce geïnspireerde romanschrijver Simon Vestdijk en de door Mallarmé en Valéry beïnvloede criticus Paul Rodenko. Hij presenteert Rodenko als een belangrijke essayist die, in aansluiting op Paul van Ostaijen, de voorloper was van de moderne Nederlandstalige literatuurkritiek na de tweede wereldoorlog.
Het licht van feestverstoorders voert de lezer onder meer binnen in de wereld van de experimentele en de neorealistische kunst, terwijl de goede verstaander soms ook een glimp opvangt van minder propere politieke praktijken in de Republiek der Letteren. Even origineel aïs zijn hoofdstuk over de populaire Vlaamse ‘gewoonheidsdichter’ Herman de Coninck, is De Jongs slotbeschouwing over vooroordelen en vergissingen aangaande de noties ‘Nederlandse’ en ‘Vlaamse’ literatuur en het verschijnsel ‘literatuur’ als zodanig.
Kortom: weer een kostelijke bron van informatie en leesgenot voor ieder die op een of ander wijze behoort tôt de groep die een verre voorganger van De Jong ooit aanduidde aïs: ‘het beschaafd gedeelte der Nederlandsche bevolking, het denkend deel der natie’ .