Het Egyptische dodenboek – M.A. Geru
Het Egyptische Dodenboek is vele eeuwen ouder dan het Tibetaanse Dodenboek. In grote lijnen hebben beide de bedoeling een gids te zijn voor het leven na de dood. Het Tibetaanse Dodenboek is een doorlopend geheel terwijl de spreuken uit het Egyptische Dodenboek een min of meer losse verzameling teksten bevat, die een verdere ontwikkeling vormen van de zgn. Piramideteksten, die ca. 2500 voor Chr. op de wanden van gangen en kamers in de graven der farao’s werden aangebracht, en de zgn. sarcofaagteksten die tussen ca. 2100 en 1600 voor Chr. op de meestal houten lijkkisten werden getekend.
Het ontbreken van een duidelijk leesbare standaardtekst is er de oorzaak van dat tot op de huidige dag belangrijke stukken van het Egyptische Dodenboek moeilijk te vertalen en/of te begrijpen zijn. Een volledige vertaling in welke taal ook is daarom nog nimmer, verschenen, al zijn grote fragmenten ook in ons land in wijde kring bekend geworden. De tekst is bijzonder heterogeen: naast louter magische spreuken vindt men duidelijk mystieke, esoterische gedeelten van de verlossing en de opstanding, die bij de mysteriën mondeling werden overgeleverd.
De mysteriën leren de gedragsregels in het leven terwijl het doden boek er van uitgaat dat deze bekend zijn; het geeft gedragsregels na het overlijden. De ingewijde moest ook deze regels kennen en de op papyrusrollen meegegeven teksten dienden hem als geheugensteun.
Aldus wordt het hoek van de dode in het leven tot het boek van de levende in de dood.
Recensie
Door de vele geillustreerde teksten die uit het oude Egypte zijn overgebleven, kunnen we ons een goed beeld vormen van leven en denken der Egyptenaren. Dat zij overtuigd waren van een voortbestaan na de dood blijkt duidelijk uit de ‘dodenboeken’. Deze dodenboeken bevatten een groot aantal spreuken die volgens een vaste indeling verlopen; ze begeleiden de omzwervingen van de overledene in de volgende wereld. In deze uitgave vindt men de spreuken in vertaling, met illustraties in de vorm van Egyptische vignetten die werden ontleend aan de oorspronkelijke afbeeldingen. Bevat ook zesentwintig zwartwitfoto’s. Lezend komt men onder de indruk van de beeldende taal waarmee de Egyptenaren zich uitten aangaande de wereld van de goden en de strijd van de overledene die m.b.v. hemelse machten uiteindelijk een nieuw ‘bestaan’ kan beginnen. Enkele inleidende hoofdstukken bieden orienterende informatie. Enige systematische overzichten, bijv. over de functies van de vele goden, de betekenis en uitleg van onbekende symbolen en Egyptische begrippen ontbreken helaas.
Redactie Biblion