Een beetje terugkomen – Hugo S. Verbrugh
Reïncarnatie als denkbeeld en ervaringsgegeven Het onderwerp ‘reïncarnatie’ neemt in onze cultuur een eigenaardige plaats in. Vrijwel alle levensbeschouwelijke systemen zwijgen erover en ook in de wetenschap komt het praktisch nergens aan de orde. ‘Allicht’, zou men kunnen zeggen, ‘reïncarnatie vormt immers voor vrijwel niemand in onze maatschappij een normaal ervaringsgegeven. Hoe zou je er dan iets verstandigs over kunnen zeggen wanneer je binnen de goede westerse traditie van zakelijk en kritisch onderzoek wilt blijven?’.
Dat is zo — maar het is slechts één kant van de zaak. Want onder de oppervlakte van wat ‘men’ officieel denkt en gelooft en weet, mag het thema ‘reïncarnatie’ zich in een opmerkelijke belangstelling verheugen. Als een soort onderstroom vormt het denkbeeld dat we al eens eerder op aarde geweest zijnen er na ons sterven nog eens zullen terugkomen, voor veel mensen een onomstotelijke realiteit.
Een beetje terugkomen wil een verbinding leggen tussen wat veel mensen innerlijk als positieve realiteit ervaren omtrent reïncarnatie, en de traditie van zakelijk en kritisch onderzoek en scepsis die in onze cultuur met recht en reden in hoog aanzien staat. Uitgangspunt vormt een weinig bekend gegeven omtrent het begin van de zwangerschap.
Voor veel vrouwen is het allerminst een buitenissige ervaring om vanaf het allereerste begin van hun zwangerschap de identiteit van hun kind als een concreet aanwezige realiteit gewaar te worden. Zes berichten omtrent dergelijke ervaringen worden beschreven en de verschillende wijzen waarop deze berichten kunnen worden geduid, worden besproken.
Een interpretatie op basis van reïncarnatie blijkt de meest aannemelijke te zijn. Vervolgens wordt het onderwerp ‘reïncarnatie op zich zelf kritisch besproken. Met name wordt ingegaan op de twee belangrijkste tegenargumenten: het ontbreken van herinneringen aan vorige levens en het probleem waar de ‘wezenskern’ van de mens tussen twee incarnaties gelokaliseerd kan zijn.
Recente ontwikkelingen in de studie van de levensloop van de mens bieden bij uitstek vruchtbare perspectieven om reïncarnatie van denkbeeld tot ervaringsgegeven te maken, aldus een van de conclusies van de tekst.