De onsterfelijke ziel – Mathias Schreiber
Meer dan de helft van de wereldbevolking gelooft ‘dat er meer is’ na de dood. Het geloof in de onsterfelijkheid van de ziel is de oudste troost in de geschiedenis van de mensheid. De gedachte dat de ziel het lichaam overleeft, is al duizenden jaren oud en verbindt mensen van de meest uiteenlopende culturen. Over het eeuwige leven spreken alle grote godsdiensten – christendom, islam, jodendom en boeddhisme – maar ze geven alle het begrip op een verschillende manier inhoud. Welk antwoord geven de verschillende godsdiensten en filosofische tradities? Mathias Schreiber neemt de lezer mee op een fascinerende reis door de oude en nieuwe voorstellingen die mensen zich maken van het voortbestaan in het hiernamaals, van reïncarnatie en opstanding.
Recensie
Is er leven na de dood? Heeft de mens een onsterfelijke ziel? Is er weerzien met de gestorvenen? De auteur wil laten zien dat het westers denken zich van deze zaken te gemakkelijk heeft afgemaakt door dit alles te ontkennen. Hij poneert dat er in deze tijd in toenemende mate geloof gehecht wordt aan voortbestaan en eeuwigheid. Hij laat zien hoe in de loop der eeuwen in alle religies geloofd is in de eeuwigheid, en vraagt zich af waarom wij dit ook niet zouden geloven. Zijn uiteindelijke – voorzichtig geformuleerde – conclusie is dat er een uiteindelijke ‘eenheid’ is van alles en dat er ‘weerzien’ bestaat. Een boeiend thema, dat op zich zeer velen zal aanspreken. Het boek wordt echter gekenmerkt door een zeer moeizaam taalgebruik en door omslachtige redeneringen: ingewikkelde zinnen, onheldere formuleringen, gezwollen taalgebruik (of ligt het aan de vertaling?). Bovendien citeert hij zoveel westerse filosofen op zo’n manier dat er sprake is van ‘een omgevallen boekenkast’. Te vrezen valt dat de geïnteresseerde lezer het na een paar hoofdstukken voor gezien houdt.
Dr. R. Kranenborg