Niet aanraken en zwijgen – Jan Scheers
Vele eeuwen voor Christus gebruikte men in de Oosterse godsdiensten al een kralensnoer om zich biddend en mediterend te kunnen concentreren op de diepe geheimen van het bestaan. Een gebruik dat ook de christenen aansprak en dat klassiek werd in de vorm van het rozenkransgebed.
Wie de rozenkrans bidt, denkt na over het mysterie van het menselijk bestaan en van Gods liefde. Na de geloofsbelijdenis in Vader, Zoon en heilige Geest, nodigt het veelvuldig bidden van het Weesgegroet uit om in te gaan op de kern van het christelijk geloof. Jezus’ Menswording, Lijden en Verrijzenis worden herdacht in de zogenaamde Blijde, Droevige en Glorievolle geheimen waarbij ook de plaats van Maria in het heilsgebeuren wordt aangehaald. Aan deze oorspronkelijk drievoudige reeks voegde Paus Johannes-Paulus II in 2002 een vierde categorie ‘mysteries’ toe: de Geheimen van het Licht, die grote momenten van het aardse leven van de Heer Jezus in herinnering brengen.
De rozenkrans bidden is nog te vaak haastwerk, terwijl het eigenlijk een prachtige gebedsvorm is om je hart helemaal open te zetten voor Gods geheim met de mens. De rozenkrans is een eeuwenoud en toch springlevend kunstwerk, dat de bewondering en eerbied voor God, de Heer van het Leven, kan voeden.