Vensters in de preek – Barkey Wolf
De schrijver heeft zich jarenlang intensief bezig gehouden met het vraagstuk van de kerkelijke prediking en op dat gebied o.m. naam gemaakt als samensteller van het bekende boek “Hoe vindt u dat er gepreekt moet worden?”
In een meer actuele vorm wordt die vraag ook in deze nieuwe publicatie aan de orde gesteld. De auteur is van mening dat het tegenwoordig misnoegen en onbehagen van veel kerkgangers niet zozeer de inhoud van de preek betreft, alswel de presentatie. Hoe wordt het opgedist voor de mensen? Hoe komt het over de rand van de preekstoel? Hij pleit voor een meer illustrerende wijze van preken, in de lijn van grote kanselredenaars als Spurgeon, A. K. Straatsma, D. A. van den Bosch e.a., en hij beroept zich daarbij op de prediking van Jezus zelf, van wie geschreven staat dat Hij “zonder gelijkenissen niet tot hen sprak”.
Vele interessante gegevens uit de kerkelijke en algemene literatuur ondersteunen zijn pleidooi, terwijl een aantal met zorg gekozen voorbeelden zicht geeft op de methode die hem voor ogen staat en op de eisen die zij aan de prediker stelt. Zijn boek kan dan ook een tonicum zijn voor alle dienaars van het Woord die de behoefte onderkennen hun prediking effectiever te maken. Ook het “gehoor onder de kansel”, dat zich positief doch kritisch tegenover de prediking opstelt, zal er met belangstelling kennis van nemen en geboeid worden door een methode van presentatie, die wil voorkomen “dat de preek een verkeerd terechtkomend schot is in de grote slag met de ontkerstening die de gemeente te strijden heeft” (Thijs Booy).