Nooit meer sjoemelen – Rob Fijlstra
Gewoon doen en zeggen waar het op staat is voor de meeste mensen, zeker binnen organisaties, ‘not done’. Liever houden we onszelf en elkaar een beetje voor de gek met mooie verhalen. Problemen worden toegedekt, confrontaties vermeden en onzekerheden ontkend. Dit probleem neemt toe onder de huidige turbulentie in de omgeving en de prestatiedruk waar die toe leidt. Totdat er een onoverbrugbare kloof ontstaat tussen wens en werkelijkheid en we moeten sjoemelen om de realiteit nog enigszins toonbaar te houden. De echte werkelijkheid en de wereld die we onszelf en elkaar voorspiegelen zijn dus niet meer hetzelfde. Die kloof voelen we diep in ons hart dondersgoed en dat doet steeds meer pijn. Daarom moet wat gescheiden is geraakt weer bij elkaar worden gebracht. Op individueel niveau betekent dit het herstel van de verbinding met het lichaam en ziel, hoofd en hart, ratio en intuïtie en intentie en gedrag. Het doel daarvan is dat uw binnen- en buitenwereld een zo nauw mogelijke relatie met elkaar blijven onderhouden. Diezelfde uitdaging geldt voor organisaties: De vervreemding heeft daar hard toegeslagen en zij moeten wegen vinden om hun integriteit en authenticiteit te herstellen. ‘Nooit meer sjoemelen’ is geschreven als remedie tegen achterdocht, cynisme en machteloosheid en probeert individuen en organisaties weer op het rechte pad te brengen: leven vanuit een persoonlijke kern of essentie.
Recensie
Ogenschijnlijk wordt het concept ‘sjoemelende organisatie-mens’ als een nieuw gezichtspunt toegevoegd aan de literatuur over levende organisaties, koerszoekend leiderschap, organisatie-transformatie en human wealth. In feite vinden we het concept al terug bij Blake & Mouton in de jaren zeventig. Mogelijk krijgt thans een groter publiek, zich ergerend aan affaires als Emron en Ahold alsmede aan het eigen deplorabele organisatieleven, juist nu interesse voor de anatomie van (ook eigen) gesjoemel in organisatieverband We lezen dus over interpersoonlijke angst, vervreemding, zelfverraad, zelfrechtvaardigingsconstructies, zelfoverschatting. Voorts wordt, ook hier leunend op andere publicaties, een beeld geschetst van ‘het zooitje’ dat je achter de schermen van de meeste organisaties kunt zien. Maar in het hoofdstuk ‘Criminele organisaties’ zou je een fellere aanklacht verwachten. De remedie: ‘Sjoemelbestendig worden’ voert langs concepten als onder meer het ‘persoonlijk verantwoordelijkheidsmodel’ op persoonsniveau; op organisatieniveau worden transformatieconcepten aangereikt. Het boek is actueel, mede gezien de huidige kredietcrisis; de auteurs verwijzen naar relevante publicaties. Er is geen casuistiek.
Drs. J.P. Bringman