Verbeter de wereld begin bij de opvoeding – Micha de Winter
Er is een duidelijke relatie tussen opvoeding en de manier waarop het er in de wereld aan toe gaat. Als kinderen van jongs af aan meekrijgen dat het normaal is om er bij het minste of geringste op los te slaan, dan zullen ze als volwassenen hoogstwaarschijnlijk niet erg gediend zijn van het poldermodel. En wie opgroeit in een samenleving of buurt waarin het recht van de sterkste heerst, loopt een flinke kans om van zijn ouders te leren dat praten weinig helpt. Beroemde filosofen en pedagogen, zoals Kant, Dewey, Montessori en Freire legden een direct verband tussen de sociale en politieke misstanden uit hun tijd en de manier waarop kinderen werden grootgebracht. Aan die analyse ontleenden ze de ambitie om met behulp van pedagogische hervormingen de wereld te willen verbeteren. Om allerlei redenen is het tegenwoordig niet meer hip om opvoeding en de toestand in de wereld met elkaar in verband te zien. Opvoeding is nu een individueel project, een soort gedragstherapie. Maar is een kind eigenlijk wel goed opgevoed als hij niet crimineel is geworden? Of als zij niet ten prooi is gevallen aan een loverboy of breezersex? De stelling van dit boek is dat het in opvoeding, onderwijs en jeugdbeleid om veel meer zou moeten gaan dan gedrag. Bijvoorbeeld om het leren begrijpen en internaliseren van democratisch burgerschap, humaniteit en vrijheid. Wat betekent het om te leven in een democratische samenleving waarin je recht hebt op een eigen identiteit, maar waarin je dan ook anderen datzelfde recht moet gunnen? Hoe bied je weerstand tegen het verleidelijke wij-zij denken, dat enerzijds een veilig gevoel van verbondenheid geeft, maar anderzijds het risico van dehumaniseren en uitsluiten van de ander met zich meebrengt?
Dit boek heeft niet de pretentie om wereldproblemen op te lossen. Maar het heeft wel een hele duidelijke ambitie: namelijk om iedereen die zich met opvoeding, onderwijs en jeugdbeleid bezighoudt weer flink wat ambitieuzer te maken als het om sociale, maatschappelijke en globale doelen van opvoeding gaat. De manier waarop kinderen worden grootgebracht maakt immers groot verschil. Niet alleen voor hun eigen leven hier en nu, en tijdens de rest van hun bestaan. Maar ook voor de manier waarop mensen dagelijks met elkaar samenleven in allerlei sociale verbanden, voor de mate waarin ze bereid zijn actief te participeren in de politieke gemeenschap, en uiteindelijk ook voor hun betrokkenheid bij het leven en de problemen van mensen elders in de wereld.
Recensie
Opvoedkunde en de bestudering ervan hebben een rol als het gaat om wereldvraagstukken als democratisch burgerschap, humaniteit en vrijheid. In een zestal samenhangende essays wordt deze stelling onderbouwd. De eerste twee gaan over het jeugdbeleid en de geschiedenis daarvan, waarbij het politieke debat de ene keer uitgaat van de aanpak van verdorven kinderen en hun ouders en de andere keer van het bestrijden van sociale problemen. Vervolgens wordt het probleem van de kindermishandeling in een breder kader geplaatst en wordt het begrip pedagogische civil society geintroduceerd als een pleidooi voor een gemeenschappelijke aanpak en het versterken van verbindingen tussen jong en oud in hun woonomgeving. De laatste twee behandelen de rol van opvoeding en onderwijs in relatie tot het belang van de democratische rechtstaat en de vraag of zij ook een bijdrage kunnen leveren bij het tegengaan van verwerpelijke verschijnselen die zijn gericht tegen bevolkingsgroepen. Voor iedereen die belangstelling heeft voor de betekenis en plaats van de opvoedkunde in deze tijd biedt dit boek allerlei nieuwe perspectieven.
Drs. P.C.B. de Jager