Tien paters op Gods grote akker – Marcel Haenen
Onder begeleiding van drie paters vertrekken tien achttienjarige jongens op 27 oktober 1956 met de boot naar Brazilië. Drie Limburgers, twee Tukkers, twee Brabanders, een Groninger, een Drent en een Noord-Hollander zullen door de katholieke Orde van de Karmelieten in tien jaar worden opgeleid tot missionaris. In parochies die soms bijkans de omvang hebben van het vaderland, moeten de jeugdige Nederlanders aan de slag om de Blijde Boodschap van de wereldkerk te verspreiden. Het is de laatste groep missionarissen die de Nederlandse karmelieten naar Zuid-Amerika sturen.
In Tien paters op Gods grote akker worden de sporen gevolgd van de leden van de groep. De tien frontsoldaten van Onze Lieve Heer moeten hun weg vinden in een exotisch land waar rechtse militairen, linkse bevrijdingstheologen en het Vaticaan strijden over de koers van de kerk. Hoe is het de avonturiers in monnikspij vergaan?
In gesprekken met alle betrokkenen en met gebruikmaking van dagboeken, brieven, preken en foto’s wordt een nauwgezette reconstructie gemaakt van hun lotgevallen in Brazilië — maar tegelijkertijd ook van het katholieke Nederland in de jaren vijftig en zestig.