Theosofie – Rudolf Steiner
In dit basiswerk (1904) presenteert Rudolf Steiner de kern van het resultaat van zijn geesteswetenschappelijk onderzoek van de mens. Nauwkeurig beschrijft hij de geledingen van het lichaam, de ziel en de geest. En hoe deze op aarde en tijdens het leven tussen dood en nieuwe geboorte verbonden zijn met de menselijke ontwikkeling.
Theosofie besluit met een korte handleiding voor mensen die zich willen oefenen in het zelfstandig waarnemen in de geestelijke wereld.
Uit de inhoud:
- De drieledigheid van de mens naar lichaam, ziel en geest
- Reïncarnatie en karma
- Het leven na de dood
- De weg tot hoger inzicht
alle boeken van Rudolf Steiner
Recensie
Dit boek van de anthroposoof Steiner gaat niet over die theosofie die we als spirituele beweging kennen (bijv. de Theosofische Vereniging), maar over een wijze van bovenzintuigelijk, “wetenschappelijk” kennen van de mens, het bestaan en het goddelijke. Het boek handelt over de zevendeling van de mens, de driedeling van de wereld, de reincarnatie en de specifieke weg die begaan moet worden om deze kennis te verkrijgen. Het is een moeilijk boek, vaak verwarrend, omdat voor een bepaalde zaak verschillende termen worden gebruikt; en soms onhelder. Het bevat wel fundamentele gezichtspunten, maar in latere literatuur van Steiner komen die beter aan de orde. Over de wetenschappelijke pretenties van deze visie van Steiner is het laatste woord bepaald nog niet gezegd. Het enige voordeel van dit boek is dat Steiners visie er in kort bestek is samengevat.
(NBD|Biblion recensie, R. Kranenborg)