Spiritueel materialisme doorsnijden – Chogyam Trungpa
Het op de juiste manier bewandelen van het spirituele pad is een heel subtiel proces; het is niet iets om je lichtvaardig op te storten. Er zijn talrijke zijpaden die naar een verwrongen, egocentrische vorm van spiritualiteit leiden. We kunnen onszelf wijsmaken dat we ons geestelijk ontwikkelen, terwijl we in feite bezig zijn door middel van spirituele technieken ons egocentrisme te versterken. We zouden deze fundamentele vervorming spiritueel materialisme kunnen noemen. Het nu al klassieke boek Spiritueel materialisme doorsnijden is de neerslag van twee reeksen voordrachten door Trungpa Rinpoche. Eerst worden de verschillende manieren besproken waarop mensen verwikkeld kunnen raken in spiritueel materialisme, de vele vormen van zelfbedrog waaraan beginners ten prooi kunnen vallen. Na dit overzicht van zijpaden worden de hoofdlijnen van het ware spirituele pad besproken. De manier waarop het onderwerp wordt benaderd is klassiek boeddhistisch, niet in formele zin, maar in de zin dat de kern van de boeddhistische benadering van spiritualiteit gepresenteerd wordt. Hoewel het boeddhistische pad niet theïstisch is, is het niet in tegenspraak met de theïstische disciplines. De verschillen tussen beide wegen zijn veeleer een kwestie van accent en methode. De fundamentele problemen van spiritueel materialisme komen bij alle spirituele disciplines voor. Chögyam Trungpa, meditatiemeester, geleerde en kunstenaar, is bekend als boeddhistische leraar en stichter van Vajradhatu, de universiteit Naropa Institute, en Shambhala Training. Hij is ook auteur van De mythe van vrijheid en Shambhala, de weg van de krijger.
Recensie
Dit boek geeft mensen een handvat voor hun spirituele ontwikkeling, waarbij het boeddhisme wel centraal staat, maar zo dat andersdenkenden de uitgangspunten ook kunnen integreren in hun eigen geloofsbeleving. Op indringende wijze wordt duidelijk gemaakt hoe het ego en al zijn afgeleide vormen valkuilen van valse verwachtingen en onbegrip zijn. Steeds wordt het belang van open meditatie, acceptatie en het ontwikkelen van wijsheid benadrukt, maar zonder echt te streven naar een doel, omdat dit alleen maar leidt tot spiritueel materialisme. De ontwikkeling van het ego en de zes rijken waarin de geest zich kan wanen, wordt uiteengezet met behulp van de mythologische aap, die als voorbeeld dient voor de schijnbaar onverzadigbare menselijke vormen van begeerten. De schrijver (1940-1987) was niet alleen een vooraanstaand meditatieleraar en geleerde uit de Kagyü-school van het Tibetaans boeddhisme, maar ook oprichter van de eerste boeddhistische universiteit in het Westen. Een boek met een uitstekende index en een aantal iconografische afbeeldingen, afgestemd op de westerse mens. Met index.
Redactie Biblion