Sint-Jan van het Kruis – Gerald Brenan
Gerald Brenan, kreeg zijn opleiding in Engeland, India en Afrika. In 1919 arriveert hij als jong aristocraat in het arme zuiden van Spanje. Het dorp waarin hij zich vestigt wordt in de jaren daarop het reisdoel van de vele verfijnde vrienden uit de Bloomsbury-groep, zoals Lytton Strachey, Dora Carrington en Virginia Woolf en haar man Leonard Brenan komt daar ook in contact met Spaanse carmelieten en wordt voor zijn leven geboeid door de poëzie van de mysticus Juan de la Cruz (1542-1591). Hij reist hem na en schrijft deze biografie.
Sint-Jan van het Kruis leefde in de grote jaren van Spanje, in de tijd van de in Nederland bekende Philips II. Hij geldt als de belangrijkste Spaanse mysticus en is een der belangrijkste dichters uit de zogenaamde ‘Spaanse gouden eeuw’. Deze biografie van Brenan legt de nadruk op de kunstenaar, de dichter Juan de la Cruz. Het is dus geen hagiografie, maar richt zich tot hen die houden van poëzie en cultuur. Het boek bestaat uit drie delen: Een historisch en kritisch zeer verantwoorde biografie met veel oog voor de toenmalige maatschappelijke, politieke en kerkelijke situatie in Spanje. Het tweede deel behelst een bespreking van de werken van Juan de la Cruz in het licht van de moderne literaire kritiek. In het derde deel zijn de gedichten van Juan de la Cruz opgenomen: de originele, Spaanse teksten én de Nederlandse herdichtingen ervan door P.N. van Eyck en Bernard Verhoeven.
Recensie
Brenan wil het inzicht vergrote in de lyrische gedichten en de ascetische werken van de spaanse mysticus en kerkleraar Juan de la Cruz (Jan van het Kruis, 1542-1591) bevat de levensgeschiedenis van dit intrigerende lid van de karmelorde, met soms scandaleuze en macabere details, af en toe romantiserende opmerkingen en enkele speculatieve kanttekeningen over zijn leermeesters. Boeiend is de gedetailleerde informatie over de omstandigheden waaronder zijn literaire produkten zijn ontstaan. Afdeling 2 behelst een interessant onderzoek naar vorm en inhoud van zijn werken die als centraal thema ‘de liefde’ kennen. In afdeling 3 staan alle gedichten van de in 1725 heiligverklaarde; eerst in het Spaans en daarna in de Nederlandse vertalingen van P.N. van Eyck en Bernard Verhoeven. De lezer komt niet alleen veel te weten over de hoofdpersoon, maar ook over zijn relatie met die andere spaanse mysticus Teresa van Avila.
(NBD|Biblion recensie, Ton Smits)