Ongewone Alledaagsheid

Ongewone Alledaagsheid – Bart Voorsluis

Eeuwenlang is spiritualiteit vooral voorrecht geweest van een geestelijke elite. Een ingrijpend cultureel proces heeft in die situatie verandering gebracht en thans kan spiritualiteit gedemocratiseerd worden genoemd. De vraag is echter of ook haar inhoud is gewijzigd. Interesse voor spiritualiteit is nog steeds gebaseerd op de gedachte van verhevenheid. De spirituele mens overstijgt de gewone ervaring om zich daarmee op het hogere te richten. Het dagelijks leven is daarvoor op zijn gunstigst een menselijke conditie.

Is zo’n spiritualiteit van het Jenseits, van een ontrouw aan de aarde, thans nog wel houdbaar? Misschien is een andere vorm, meer ‘down to earth’, vruchtbaarder. In die spiritualiteit wordt het leven aanvaard en gevierd zoals het is. Het dagelijks leven is inspiratiebron en bestemming tegelijkertijd. Het accent verschuift van bovenmenselijk streven naar betrokken zelfbezinning. Vanuit die positie is het niet alleen mogelijk om op een andere wijze tegen transcendentie aan te kijken maar komt wellicht ook de traditie in een nieuw licht te staan. In deze bundel worden de mogelijkheden van een dergelijke spiritualiteit onderzocht.

Recensie

Spiritualiteit is altijd – vaak ten onrechte – als iets verhevens beschouwd: een voorrecht voor de geestelijke elite. Maar het dagelijks leven is ook inspiratiebron. Vanuit die wetenschap komt men tot zelfbezinning. In dit boekje geven vier wetenschapsbeoefenaars, meest filosofen, hun visie hierop. Zij doen dat vooral door teksten van bekende schrijvers en filosofen aan te halen als Sartre, Foucault, Simone Weil, Iris Murdoch en Wittgenstein. In hun commentaar daarop dringen zij diep door in deze materie. Dat werkt doorgaans verhelderend. Of echter een doorsnee lezer houvast wordt geboden om zijn of haar leven spiritueel in te richten, is de vraag. Daarvoor zijn de beschouwingen te veel afgestemd op vakgenoten. Voor het grote publiek is het boek minder toegankelijk, maar voor geïnteresseerden biedt het goede aanknopingspunten.
Dr. H.Chr. van Bemmel