Logica van het gevoel – Arnold Cornelis
LOGICA VAN HET GEVOEL, Stabiliteitslagen in de Cultuur als Nesteling der Emoties, werd geselecteerd als BOOK OF THE YEAR door de Systems Research Foundation op het International Congress for Advanced Studies in Systems Theory Cybernetics and Informatics in Baden-Baden, 1990. In dit originele en baanbrekende werk in de filosofie en de sociale theorie van de kennis worden de kaarten van de werkelijkheid grondig geschud en opnieuw gelegd door een meesterhand. Achter dit werk gaan meer dan twintig jaar onderzoek en onderwijs schuil.
Ook voor iemand die helemaal niet is ingevoerd in de filosofie is de kennistheorie van de stabiliteitslagen in de cultuur als nesteling der emoties onmiddellijk toegankelijk. Arnold Cornelis is niet slechts een meester in het denken, maar ook in de communicatie. De meest complexe zaken geeft hij weer in heel concrete beelden. Hij ziet filosofie als een logisch verzadigde kennisvorm die we ontwikkelen als mentale kaart van de werkelijkheid van waaruit we zowel ons eigen bestaan als de sociale en de technologische wereld om ons heen kunnen sturen. Filosofie maakt de brokstukken van het wereldbeeld tot een geheel. Terwijl de werkelijkheid steeds complexer wordt streeft de sociale theorie van de kennis het omgekeerde na, eenvoud als wijsgerige levenskunst van zelfherkenning. Losse draden van ontwikkelingen in de afzonderlijke wetenschappen, in de technologie en in de sociale vragen van beleid worden verweven tot een nieuw denkmodel dat ons niet loslaat en fascineert door herkenbaarheid, bruikbaarheid en inzichtelijkheid. We doorlopen in ons leven een logische ontwikkeling door drie stabiliteitslagen in de cultuur, die elk mens voor zichzelf als levensloop nabouwt. Eerst bouwen we het natuurlijk systeem van thuis en geborgenheid, we leren denken in het systeem van de moedertaal. We bouwen onze plaats in het sociale regelsysteem van bekwaamheid. Tenslotte ontwikkelen we inzicht in het systeem van communicatieve zelfsturing. Drie fundamentele emoties, namelijk angst, boosheid en verdriet, projecteren we als vragen op de drie stabiliteitslagen in de cultuur: het natuurlijke systeem, het sociale regelsysteem en het communicatieve zelfsturingssysteem. Als de antwoorden positief zijn, dan verandert angst in geborgenheid, de boosheid ontmoet rechtvaardigheid, het verdriet krijgt een zingeving. Dan nestelen onze emoties zich in de cultuur. Als de antwoorden negatief zijn, dan zijn emoties de foutmeldingen betreffende onze omgeving als cultureel systeem. Angst betekent missen van geborgenheid, boosheid keert zich tegen onrecht en miskenning van bekwaamheid, verdriet betekent dat een mens zich niet herkent in de wereld, de zelfherkenning brokkelt af tot depressiviteit. In de Logica van het Gevoel ontwikkelt de auteur een sociale theorie van de kennis en tevens een psychiatrie van sociale systemen. Stabiliteitslagen in de cultuur zijn onbewuste zelfsturingssystemen, met elk een filosofie als immuunsysteem van identiteit. Zolang de emoties zich in de cultuur nestelen kunnen we leren, in meer dan één systeem. Maar de maatschappij doet alsof zij de last van leren en kennis niet langer kan dragen. Waar de culturele omgeving achterloopt, zodat nesteling der emoties niet mogelijk is, ontwikkelen de emoties ziekten.
Recensie
Centraal staat de verhouding tussen gevoel en logica. Tegenover de opvatting alsof logica en gevoel elkaar wederzijds zouden uitsluiten, poneert de auteur een wijsgerige visie waarbij gevoel en emotie de ontwikkelingen van ’s mensen logisch leerproces sturen. Daartoe ontwikkelt hij zijn theorie omtrent de drie stabiliteitsslagen in de cultuur. In onze cultuur zijn de drie stabiliteitslagen opgebouwd in een maatschappelijk leerproces: die van een natuurlijk systeem, van een sociaal regelsysteem en ten slotte van een communicatief systeem. Elke stabiliteitslaag ontwikkelt een andere logica en verleent daardoor betekenis aan het gevoel. Elk systeem brengt ook een ander mensentype voor. De auteur (1934) is werkzaam als filosoof en kennistheoreticus te Amsterdam en Brussel. Hij verdedigt zijn opvattingen met allure, soms wat al te breedvoerig, soms meeslepend. Ik verwacht dat wie zich aan lezing en overdenking van dit vaak originele werk zet, met vele intrigerende vragen geconfronteerd wordt omtrent de geldigheid van zijn denken en de mogelijkheid van (toetsbare) menselijke redelijkheid.
(Biblion recensie, Prof. Dr. F.J. Heggen)