Leven van Johannes de Barmhartige en Leven van Symeon de Heilige Dwaas – Leontius Neapolitanus
Johannes werd in 610 tot patriarch van Alexandrië gebombardeerd. In zijn tijd werd het Byzantijns-Griekse Midden-Oosten theologisch verscheurd door de strijd om het monofysitisme, maar Johannes wierp zich niet als theologisch scherpslijper in de strijd. Hij combineerde een diepe gelovigheid en ascetische instelling met een grote maatschappelijke betrokkenheid en barmhartigheid. Zo wist hij in de negen jaar van zijn patriarchaat als een groot voorbeeld en een groot leider de orthodoxe kerk van Alexandrië tot nieuwe kracht te brengen. Maar als het moest, kon hij ook theologische tegenstanders maar al te goed van repliek dienen. Dit alles neemt niet weg dat het na zijn dood in 619 nog maar twintig jaar zou duren voordat ook Egypte aan de islam toeviel.
Symeon moet iets eerder, midden zesde eeuw, geleefd hebben, in de Syrische stad Emesa. Na dertig jaar van ascetische training (ascese betekent training.) in de woestijn van Palestina, besluit Symeon dat hij liever in de wereld wil gaan werken. Hij keert terug naar zijn geboortestad Emesa en begint zich aan te stellen als gek. Door zijn idiote gedrag weet hij tal van mensen van hun zonden of ketterijen te bekeren en zo hun zielen te redden. De mensen weten niet dat hij het erom doet, en zo loopt hij heel wat slaag en hoon op, maar op deze manier weet hij tenminste alle aardse roem voor zijn bekeringssuccessen te vermijden. Toch was er natuurlijk één vertrouweling die wist dat Symeon in werkelijkheid geen dwaas was, maar een heilige.
Recensie
Leontius van Neapolis, bisschop op het eiland Cyprus in de eerste helft van de zevende eeuw, geldt als de belangrijkste hagiograaf van zijn tijd. Deze twee heiligenlevens illustreren zijn reputatie. Johannes de Barmhartige was een Cyprioot, die als weduwnaar gekozen werd tot orthodox patriarch van Alexandrie, wel te onderscheiden van de Koptische hierarch. Zijn deugden worden door tal van levendige anekdoten in het licht gesteld. Nog schilderachtiger is het leven van Symeon de heilige dwaas, die monnik werd in het Gerasimosklooster bij Jeruzalem, vervolgens 29 jaren leefde als kluizenaar in de woestijn en tenslotte naar Emesa trok waar hij op hoogst opmerkelijke wijze een heilig leven leidde onder het mom van opperste dwaasheid. De scenes zijn nogal surrealistisch, maar uiterst fris verteld en vertaald. Beide vertalingen zijn het resultaat van werkcolleges aan de RU Groningen. Het ‘Leven van Symeon de Dwaas’ werd eerder uitgegeven door drs. W.J. Aerts in de reeks ‘Monastieke cahiers’ in 1977 en 1990. Deze vertaling werd herzien en is hier nieuw ingeleid en geannoteerd. G. Mathijsen osb