Kind in Surabaja – Wieteke van Dort
Toen ik nog klein was, woonde ik in een warm land, Indonesië, in de stad Surabaja. Er was een grote voortuin met een reusachtig grote boom, een waringin. `Die waringin bewaakt het huis,’ vertelde mijn moeder. ‘Zie je wel hoe hoog hij is? Veel hoger dan het huis. Als je heel stil zit op de voorgalerij kun je iets horen. Dan vertelt hij verhalen.’
Kind in Surabaja speelt zich af in 1948-1949, het naoorlogse jonge Indonesie. Het ademt de sfeer van authentieke Nederlands-Indie, waar velen nog zo’n
heimwee naar hebben. Wieteke van Dort slaagt erin zich te verplaatsen in haar eigen kleutertijd en zich te verwonderen over de warmte, de schoonheid en de zuiverheid van haar geboorteland. Aan de hand van oude familiefoto’s en zelfgemaakte pentekeningen is een fraai document ontstaan, zowel voor kinderen als hun ouders.
Recensie
Wieteke van Dort woonde in haar jeugd in het jonge Indonesie, in de stad Surabaja. In 73 korte hoofdstukken verhaalt zij, zowel in tekst als beeld (oude familiefoto’s en zelfgemaakte pentekeningen), over alles wat zij als kleuter meemaakte. In de eerste hoofdstukken wordt ook op eerdere jaren teruggeblikt, waardoor we meer informatie over haar familie krijgen en onder meer lezen dat haar vader tijdens de Bersiap-tijd is opgepakt en later geexecuteerd. De herinneringen aan haar kleutertijd worden zeer levendig en sfeervol beschreven en het leven van Nederlanders in de eerste jaren van het nieuwe Indonesie komt tot leven. In een van de slothoofdstukken kondigt de schrijfster een vervolg aan. De nodige (historische) informatie wordt gegeven, maar steeds geintegreerd in de herinneringen. Een woordenlijst is voor de lezer een welkome aanvulling. De herinneringen zijn geschreven voor kinderen (vanaf ca. 11 jaar) en het taalgebruik is ook daaraan aangepast, waarbij de jonge lezer soms rechtstreeks wordt aangesproken. Toch zal het boek ook door menig volwassene met veel plezier gelezen worden. De omslag richt zich op beide lezerspublieken.
Drs. A.W.M. Duijx