Kijken in de spiegel – J. Krishnamurti
Zelden vormen zeven toespraken van Krishnamurti zozeer een geheel als in deze bundel het gevai is. En hij bepaalt zich daarin duidelijk tot het dagelijks leven, tot onze eigen onmiddellijke levenspraktijk. Om te beginnen stelt hij dat, wil het gesprek tussen hoorders en hem zinvol zijn, ze moeten vergeten dat er een spreker is. in feite stellen zij zichzelf de vragen – in feite KIJKEN ZIJ ZELF IN DE SPIEGEL, Zodra ze van hem, Krishnamurti, een antwoord verwachten zijn ze passief, half geïnteresseerd of gehoorzaam, Hun belangstelling in het gesprokene heeft dan alle intensiteit, alle urgentie verloren. En een van de hoofdvragen is: ‘Waarom zijn we steeds met onszelf bezig?’ Komt dat, omdat we sinds ons primitiefste bestaan, ais dier, op de vlucht zijn voor fysieke dreiging; en omdat we ten onrechte diezelfde angst, diezelfde vlucht neiging zijn gaan overdragen op psychologisch terrein, op psychologische gevaren en kwetsuren? Zodat we die psychische gekwetstheden nooit onder ogen zien en doorleven – zodat we nooit echt in de spiegel kijken – in onze oude, traditionele, ingekankerde neiging voor alles op de vlucht te gaan? In onze gewoonte, om het denken te gebruiken voor vlucht en bescherming – in plaats van het denken, het intellect alleen te gebruiken voor feitelijke, technische dingen?
Kan de mens in de spiegel kijken en zijn eigen levenssituatie met één blik overzien – zonder denkschema, zonder dogma, en zonder terug te vallen op herinnering en oude ervaring, zonder rationalisme?
Een van de meest oorspronkelijke denkers van onze tijd; een, die geen goeroe wil zijn, maar juist zichzelf volkomen wegcijfert en op geen enkel gezag aanspraak maakt. Een, die geen steun en troost biedt, tenzij dan dwars door de hevigheid van de beleving, van de waarheid heen.
alle boeken van/over Krishnamurti
Recensie
Als de mens zich bevrijdt van druk van buitenaf, als hij zich losmaakt van elke vereenzelviging met zijn gezin, zijn land, zijn godsdienst, zijn kennis en zijn verleden, dan is hij in staat om zonder moeite en belemmeringen de bron van energie in zichzelf te vinden. De Indiase wijsgeer Krishnamurti (1895-1986) wil voor zijn publiek (dit boek is de neerslag van toespraken die hij in 1978 hield) als een spiegel fungeren, waarin zij zichzelf kunnen gadeslaan en kunnen ‘doorzien’. Krishnamurti verkondigde ruim vijftig jaar dezelfde boodschap: laat je door niemand iets wijsmaken, ook door mij niet. In dat opzicht bevat dit boek weinig verrassingen ten opzichte van vroegere publicaties. Als eerste kennismaking met Krishnamurti’s gedachtewereld is dit bundeltje echter zeer geschikt.
(Biblion recensie, Redactie)