Het lichtkleed van de nieuwe mens – J. van Rijckenborgh en Catharose de Petri
De levensfluïden in de mens – die van bloed, zenuwstelsel, interne secretie, slangenvuur en bewustzijns-vlam – geven een etherisch licht; zij vormen derhalve ons ‘lichtkleed’. Bij ieder van ons staat dit lichtkleed thans nog geheel onder de beïnvloeding vanuit de dialectische ethersferen. Het dient daarvan volkomen te worden bevrijd – gezuiverd – wil de mens er de hogere ethervibraties vanuit het oorspronkelijke, goddelijke rijk, mee kunnen opvangen, om aldus het ‘koninkrijk der hemelen’ te kunnen betreden.
‘Zalig zij, die hun klederen wassen; dan zullen zij recht hebben op het geboomte des levens en door de poorten de stad binnengaan.’ (Openb. 22 : 14) Deze lichtkleed-reiniging, en de noodzaak ervan als begin van het transfiguristische Pad van terugkeer, zetten de schrijvers in dit boek zeer duidelijk uiteen.