Het heelal – Stephen Hawking
Twee natuurkundige theorieën uit de eerste helft van deze eeuw hebben ons wereldbeeld grondig veranderd. Einsteins relativiteitstheorie beschrijft de zwaartekracht en de globale structuur van het heelal. De kwantummechanica beschrijft het gedrag van de materie waaruit ons heelal is opgebouwd. Beide theorieën bestaan nog altijd onafhankelijk van elkaar, sluiten elkaar in zekere zin zelfs uit. In de theoretische natuurkunde bestaat het vermoeden dat een vereniging van deze twee polen mogelijk is, en dat de overkoepelende theorie ons een definitief beeld van het heelal zou opleveren. Nog zijn we ver verwijderd van deze theorie maar, zoals Hawking in Het heelal beschrijft, we beschikken wel al over vele bouwstenen en we kunnen ook al enigszins vermoeden hoe het heelal er volgens zo’n theorie uitziet.
Stephen Hawking (Oxford 1942) is hoogleraar in de theoretische natuurkunde in Cambridge, de leerstoel die eens door Isaac Newton werd bezet. Hij wordt alom beschouwd als een van de grootste voortzetters van het werk van Einstein, en verwierf grote vermaardheid door het model voor zwarte gaten, dat hij samen met Roger Penrose ontwierp. Hoewel Stephen Hawking al jarenlang door een zenuwziekte tot volstrekte invaliditeit is veroordeeld, blijft hij onverminderd actief in zijn vakgebied. ‘Gelukkig is theoretische natuurkunde een van de weinige terreinen waar het geen hindernis vormt,’ zegt hij zelf. Door het soevereine overzicht van de specialist heeft Het heelal een helderheid die door geen enkel eerder boek over de moderne inzichten in de structuur van het heelal wordt benaderd.