Het hart van de berg – David A. Cooper
Het hart van de berg van David A. Cooper kunnen we met een gerust hart beschouwen als een mystieke odyssee van onze tijd. Hier beschrijft een bevlogene het proces van bewustwording in drie tradities: het soefisme, het jodendom en het boeddhisme.
In zekere zin is ieder van ons mysticus en langzamerhand komen we tot de ontdekking dat ons vermogen tot persoonlijke groei misschien wel onbegrensd is.
Als we ons binnen de wereld van de mystici en de verlichten begeven, moeten we allereerst het verschil leren onderscheiden tussen overdrijving en eerlijke verslaggeving, verdichtsel en waarheid. Cooper slaagt erin een ‘document humain’ neer te zetten dat op basis van eigen ervaringen de essentie beschrijft van de drie genoemde mystieke wegen.
Daarvoor reist bij niet alleen door Amerika om zich kortere of langere tijd te vestigen in een centrum, maar woont hij met zijn vrouw ook enkele jaren in Jeruzalem.
De aanzet tot dit boek, schrijft de auteur, was ‘zijn verlangen zijn persoonlijk verhaal dusdanig over te dragen dat het anderen zou stimuleren om diezelfde weg te gaan’. Dit boek is een kaart die de weg aangeeft naar de plek waar een schat begraven ligt. Waarbij het niet gaat om ‘de kist met goud’ aan het einde van de tocht maar – geheel in lijn met de mystieke traditie – om de zoektocht zelf.
Recensie
Een geslaagd Amerikaans zakenman, volkomen geassimileerd, ontdekt via deelname aan de soefibeweging bij verrassing zijn ‘joodse wortels’. Hij en zijn vrouw besluiten een nieuw leven van spiritualiteit, meditatie en retraite te beginnen. Op zoek naar ‘de mystieke ervaring’ wonen zij enige jaren in Jeruzalem. Hij vindt de gemeenschappelijke bron van de joodse mystiek en die van boeddhisme en soefisme: de mystieke ervaring is universeel. Het boek bestaat uit de verslagen van de verschillende retraites, die de auteur doorweeft met dagboeknotities over lichamelijke en psychische ervaringen, visioenen, dromen en inzichten. Daarnaast informeert de schrijver uitgebreid over de mystieke wegen van jodendom, boeddhisme en soefisme, over de ‘technieken’, rituelen en symbolen van deze drie richtingen. Dit boeiende verslag van een spirituele queeste is een rijk ‘wijsheidsboek’, waarin de auteur authentiek met zijn worsteling de ‘geconditioneerde persoonlijkheid’ te overstijgen, naar voren komt.
(Biblion recensie, K. Scholten Wassink)