De verborgen tombe – Huub Pragt
In zijn debuutroman neemt de Nederlandse egyptoloog Huub Pragt ons mee naar het Oude Egypte rond het jaar 1000 voor Christus. Het koningschap had in die tijd sterk aan aanzien ingeboet. In het zuiden van Egypte hadden de hogepriesters van Amon in feite de macht in handen. Sommigen van hen voelden zich zelfs zo sterk dat ze zichzelf tot farao uitriepen, terwijl er in het noorden al een farao regeerde.
De hogepriester Pinodjem en zijn zonen begonnen in deze tijd aan een ambitieus project. Om grafrovers in het Dal der Koningen voor te zijn, besloten ze de mummies van alle grote farao’s uit het verleden uit hun graven te halen. Al het goud en zilver werd van de mummies verwijderd. Daarna werden de koningsmummies opnieuw in linnen gewikkeld en veilig bijgezet in geheime cachettes waarvan bijna niemand de ligging kende. De kostbare grafuitrustingen van deze farao’s werden elders verstopt. Op deze manier vergaarde de familie van Pinodjem een enorm fortuin. Ook de zoon van Pinodjem, Mencheperra, heeft zich meer dan veertig jaar bezig gehouden met het uitruimen van de koningsgraven. Een datum en zijn naam werd talloze malen aangebracht op het nieuwe mummielinnen van de farao’s die door hem zijn herbegraven.
Huub Pragt vertelt in zijn boek ook het verhaal over hoe moderne onderzoekers op het spoor komen van de verborgen tombe van koning Mencheperra.
Kevin Savernake is een jonge egyptoloog uit Oxford. Zijn promotieonderzoek is gericht op de regeringsperiode van Mencheperra waarover slechts weinig bekend is. Alleen enkele voorstellingen en naamsvermeldingen staan weergegeven op tempelmuren. Opvallend is dat ook geen enkel grafvoorwerp van deze koning is teruggevonden. Kevin heeft dan ook het sterke vermoeden dat zijn graf nog ongeschonden is. Wanneer Kevin een vreemd lijnenspel aan de achterkant van een fragmentarisch papyrus bestudeert, blijkt dit een kaart voor te stellen. Samen met zijn vriend Marc Spencer en zijn Franse collega Isabelle Montet gaat hij op zoek naar het graf van Mencheperra.
Recensie
Debuutroman van de Nederlandse egyptoloog Huub Pragt. Het verhaal speelt zich deels af in het Oude Egypte omstreeks 1000 v. Chr. Pinodjem, hogepriester van Amon, en zijn zonen Masaharta en Mencheperra voeren een slim plan uit om de mummies van de farao’s uit het Nieuwe Rijk te redden uit de handen van de grafrovers. De mummies worden uit hun graven in het Dal der Koningen gehaald om opnieuw te worden ingewikkeld. Daarna worden zij in eenvoudige houten kisten herbegraven in goed verscholen cachettes. De kostbare grafuitrustingen van de farao’s zijn echter bestemd voor de graven van Pinodjem en zijn familie, die zichzelf op deze manier voor hun liefdewerk belonen. Maar wat is er met deze schatten gebeurd? In een reeks van hoofdstukken die in het heden spelen, gaan Kevin Savernake, een jonge egyptoloog uit Oxford, samen met zijn vriend Marc Spencer en zijn Franse collega Isabelle Montet op zoek gaan naar het graf van Mencheperra met behulp van een schets op een papyrus. Open en daardoor onbevredigend einde. Veel vertoon van kennis door de auteur, hetgeen het verhaal niet ten goede komt. Kleine druk.
Prof. dr. K.A.D. Smelik