De Gouden Vogel – Hans Stolp
Johan ligt in het ziekenhuis. Hij is heel erg ziek en denkt dat hij niet meer beter wordt.
Op een dag ziet hij drie vogels op de vensterbank: een gouden, een blauwe en een groene vogel. De blauwe vogel zegt dat hij Victor heet.
Victor trippelt nu over de vensterbank, kijkt mij nog een keer ernstig aan, spreidt dan zijn vleugels en vliegt op. De groene vogel gaat hem achterna. In zijn gespreide groene vleugels zitten gele spetters, zoals in de veren van een pauw. Ik zie de beide vogels kleiner worden. Dan zijn het nog maar stipjes in de verte. Tenslotte zijn ze verdwenen. De gouden vogel is klaar met pikken. Hij heeft ook blauwe ogen, zie ik, maar lichter dan die van de blauwe vogel, zo licht als het water van de zee. Het lijkt alsof die ogen mij naar hem toetrekken,lk zweef van mijn bed naar hem toe. De pijn is weg en ik voel mij gelukkig. Dan is de gouden vogel plotseling weg, van het ene moment op het andere. lk lig weer in bed, voel de pijn weer, maar ben nog steeds blij van binnen.
Victor komt regelmatig terug aan zijn bed en Johan kijkt erg uit naar die momenten. Dan voelt hij zich blij, net als tijdens de bezoekjes van baby Alex. De gouden vogel ziet Johan voorlopig niet meer. Victor zegt dat hij terug zal komen als de prumusboom voor zijn raam bloeit. Daar blijft Johan op wachten.
Geïllustreerd door Lidia Postma