De gouden ezel – Apuleius – vert. M.A. Schwartz
Apuleius van Madaura (ca. 125-180) beschouwde zichzelf als een Platonisch filosoof, maar werd vooral beroemd als redenaar. Grote mensenmassa’s kwamen op de been voor zijn voordrachten. Daarnaast wijdde hij zich aan natuurwetenschap, taalkunde, poëzie en geneeskunst, en was hij enige tijd advocaat in Rome. Nadat hij wegens vergiftiging en tovenarij was aangeklaagd, verdedigde hij zichzelf, waarschijnlijk met succes, in het beroemd geworden pleidooi Toverkunsten. De gouden ezel (Metamorfosen) is het fantastische verhaal van de held Lucius, die door magie de gedaante van een vogel wil krijgen. Door een vergissing verandert hij echter in een ezel, maar wel een met menselijk verstand en menselijke gevoelens. Pas na veel avonturen en beproevingen krijgt hij zijn eigen lichaam terug. Aan het slot van het verhaal wordt Lucius gewijd tot priester van de godin Isis en treedt hij in haar dienst. Zo blijkt achter alle vrolijke verhalen en de soms groteske humor een diepere, religieus geladen inhoud schuil te gaan. Vooral dankzij het beroemde sprookje van Amor en Psyche behoort deze grappige, dramatische en bizarre roman inmiddels tot de klassieken van de wereldliteratuur.
Hans Warren in Utrechts Nieuwsblad: `…een van de grappigste romans die ooit werden geschreven.’
Paul Claes in NRC Handelsblad: ‘De gouden ezel is samen met Petronius’ Satyricon wellicht het enige werk uit de Romeinse oudheid dat nu nog een heel ruim lezerspubliek kan interesseren.’
[bol_product_links block_id=”bol_5e0c73d06428e_selected-products” products=”1001004001515544″ name=”9789025301712″ sub_id=”” link_color=”003399″ subtitle_color=”000000″ pricetype_color=”000000″ price_color=”CC3300″ deliverytime_color=”009900″ background_color=”FFFFFF” border_color=”D2D2D2″ width=”250″ cols=”1″ show_bol_logo=”1″ show_price=”1″ show_rating=”1″ show_deliverytime=”1″ link_target=”1″ image_size=”1″ admin_preview=”1″]Recensie
In de gehele Latijnse letterkunde is maar één roman overgeleverd: de ‘Metamorfosen’ of ‘De gouden ezel’ van de Afrikaanse auteur Apuleius (± 150 na Chr.). De tweede titel wordt algemeen verklaard als ‘de beste der ezelromans’. Dat betekent dat er meer romans over hetzelfde onderwerp moeten zijn geweest. Latinisten hebben aannemelijk gemaakt dat Apuleius een bestaande roman heeft bewerkt, onder meer door toevoeging van een stichtelijk eind: de hoofdpersoon/verteller wordt uiteindelijk een priester van de godin Iris. De bizarre roman is in een uiterst gekunsteld Latijn geschreven, vol poëtische wendingen, maar ook alledaagse uitdrukkingen. Aan de vertaler van dit werk worden dus hoge eisen gesteld. In de in 1988 verschenen versie van Stefan van den Broeck ‘Metamorfosen’ (a.i. 89-15-014-7) is duidelijk gekozen voor vlotte leesbaarheid. De vertaling van M.A. Schwartz, voor het eerst verschenen in 1970, is betrouwbaar, maar geeft van het flonkerende van Apuleius’ stijl helaas nauwelijks een indruk.
(Biblion recensie, Dr Rudi van der Paardt)