Chassidische verhalen en hun betekenis

Chassidische verhalen en hun betekenis – Rabbi Rami Shapiro

Reb Avraham van Parisov vertelde het volgende verhaal:
‘Ik was een keer getuige van een bezoek van reb Jaäkov Aryeh van Radzymin aan reb Menachem Mendel van Kotsk. Toen reb Jaäkov de kamer binnenkwam, draaide de rebbe zich naar zijn gast toe en schreeuwde: “Jaäkov! Vertel me eens in een paar woorden waarom er mensen in deze wereld zijn?” Zonder te aarzelen zei reb Jaäkov: “We komen in deze wereld om onze ziel op God te richten.” De Kotsker riep uit: “Onzin! Waarom zijn we hier? We zijn hier om de hemel op te heffen!” Omdat hij met beide antwoorden niet tevreden was, voegde reb Avraham zijn eigen opvatting toe en zei: ‘In feite hebben beide wijsgeren gelijk. Wij mensen zijn hier om ons op God te richten en verheffen op die manier de hemel.’
(uit een van de vertellingen)

Chassidische verhalen zijn kleurrijke vertellingen ven joodse leraren, die een wijsheid of moraal willen doorgeven. Rabbi Rami Shapiro verzamelde voor deze bundel een aantal van deze verhalen. De vertellingen zijn voorzien van voetnoten, waarin Jiddisje woorden worden uitgelegd, en daarnaast van een korte toelichting. Chassidische verhalen is toegankelijk voor een breed publiek: de joodse wijsheid kan een metgezel zijn op ieders (spirituele) pad.

Rami Shapiro is rabbijn en in Amerika bekend als dichter en essayist. Hij schrijft poëzie, liturgische geschriften, korte verhalen en non-fictie.

Recensie

In de joodse traditie zijn het vaak de chassidiem die met hun kleurrijke verhalen de wijsheid van de joodse traditie weergeven. Rabbijn Shapiro neemt onder deze geleerden een belangrijke plaats in. Zijn boek begint met een instructieve inleiding waarin op eenvoudige manier een aantal belangrijke begrippen uit deze beweging wordt uitgelegd en waarbij ook de lezer zelf geregeld betrokken wordt. De grondlegger van het chassidisme was Jisrael Ben Eliezer (1698-1760), ook wel de Bejt genoemd, een acroniem van Baal shem tov: de Meester van de goede Naam. Baal betekend ‘Meester’; met hoofdletters geschreven wordt daarmee de Naam van God aangeduid. De inleiding begint met een kort verhaal over deze grondlegger. Vervolgens volgt een groot aantal korte verhalen en anekdoten, telkens afgedrukt op de rechterpagina’s; op de linkerpagina’s worden woorden verklaard en is er een omkaderde uitleg van het verhaal. Soms wordt over de joodse wijsheidsliteratuur op een nogal cryptische wijze geschreven; dit boek vormt daarop een uitzondering door bij elk verhaal een duidelijke uitleg te leveren.
– Hanna Blok