Bhagavad gita – C. Keus
De Bhagavad Gita (‘s Heren Lied) is een van de oudste en mooiste boeken uit de wereldliteratuur. Het is de bij bel voor de oosterling. De oorsprong van dit boek gaat terug tot voorboeddhistische tijden. De Gita en de belangrijkste Mahayana-geschriften hebben elkaar wederzijds beïnvloed, maar de ons bekende op schrift gestelde Gita-teksten dateren uit de tweede eeuw na Christus.
De Bhagavad Gita is een deel van het beroemde Indische epos, Mahabharata. Het geeft het gesprek weer tussen Arjuna, de boogschutter, en zijn wagenmenner Krishna, de Heer. Arjuna staat vlak voor de grote veldslag tegen zijn bloedverwanten, leraren en vrienden. Bij het aanschouwen van de vijandelijke legerscharen, waaronder zich zo vele vrienden bevinden, raakt hij vertwijfeld. Hij wil de oorlog niet meer. Dan ontwikkelt zich het gesprek met Krishna. Arjuna ontvangt nu lering over het wezen van leven en dood. Door het inzicht wordt de strijder getransformeerd tot de wetende, de kenner, geheel toegewijd aan de Allerhoogste.